Onderwijskundige betekenis:
Met ‘Tweede Fase’ wordt in het Nederlandse onderwijs verwezen naar de hervorming van de bovenbouw van het voortgezet onderwijs, zie ook ‘Studiehuis’.
De Tweede Fase wil het onderwijs beter laten aansluiten bij de eisen die in het hoger onderwijs gesteld worden en aan de eisen van de snel veranderende maatschappij. In tegenstelling tot vroeger kunnen leerlingen in de bovenbouw van havo en vwo geen volledig vrij vakkenpakket meer kiezen. In plaats daarvan kiezen de leerlingen een bepaald profiel dat aansluit bij opleidingen in het hoger onderwijs. Men onderscheidt vier profielen:
- Cultuur en Maatschappij;
- Economie en Maatschappij;
- Natuur en Gezondheid;
- Natuur en Techniek.
Leerlingen krijgen voorts zelf meer verantwoordelijkheid voor het leren. Het onderwijs kenmerkt zich door minder klassikale lessen, meer begeleidend optreden door docenten en veelvuldig gebruik van bibliotheek en multimedia.
Zie ook: Het Nieuwe Leren.