Naam voor een systeem van wettelijk bepaalde criteria op basis waarvan leerlingen worden ‘gewogen’. Het gewicht van een leerling bepaalt de subsidie die de school voor deze leerling krijgt. Het ‘basisgewicht’ van een leerling is 0,00. Voor leerlingen met een gewicht van 0,25 of hoger ontvangt de school extra ondersteuning. De weging van een leerling vindt plaats bij inschrijving. De wegingscriteria hebben te maken met de leefsituatie van de leerling:
- Gewicht van 0,25: Leerlingen van wie beide ouders of verzorgers maximaal een schoolopleiding hebben genoten tot of tot en met het niveau eindexamen voorbereidend beroepsonderwijs (vbo). Indien het een leerling uit een eenoudergezin betreft, geldt deze opleidingseis alleen voor de ouder die de dagelijkse verzorging van het kind op zich heeft genomen;
- Gewicht van 0,4: Leerlingen die verblijven in een internaat of pleeggezin en van wie de vader of moeder het schippersbedrijf uitoefent of heeft uitgeoefend;
- Gewicht van 0,7: Leerlingen van wie de ouders werkzaam zijn in het circus- of kermisbedrijf. Leerlingen van wie één van beide ouders of voogden in een woonwagen woont of heeft gewoond;
- Gewicht van 0,9: Leerling met een niet-Nederlandse culturele achtergrond die tevens voldoet aan één van de volgende voorwaarden:
de vader of verzorger heeft een schoolopleiding genoten tot of tot en met het niveau eindexamen voorbereidend beroepsonderwijs
de moeder of verzorgster heeft een schoolopleiding genoten tot het niveau eindexamen voorbereidend beroepsonderwijs; de meest verdienende ouder of verzorger oefent een beroep uit in loondienst, waarin hij/zij lichamelijke of handarbeid verricht, of geniet geen inkomsten uit tegenwoordige arbeid
In Vlaanderen spreekt men van gelijkekansenindicatoren.