Aan het einde van de basisonderwijs krijgen de leerlingen geen getuigschrift of diploma, maar een onderwijskundig rapport over de schoolvorderingen en leermogelijkheden. Dit rapport wordt opgesteld door de directeur, na overleg met het onderwijzend personeel, ten behoeve van de ontvangende school voor voortgezet onderwijs (vo). Een afschrift van het rapport
wordt aan de ouders van de leerlingen verstrekt. De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen (zie ook: ministerie van OCW) kan nadere voorschriften over dit rapport geven.